Voor een afdoende beheersing van floeëmzuigende insecten als bladluis zijn veel bloemisterij en glasgroenteteelten in hun geïntegreerde teeltsystemen zeer afhankelijk van een krimpend pakket aan chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dit project beoogd een stabieler ecosysteem te ontwerpen, die opkomende plagen als bladluis effectiever kunnen onderdrukken en/of beheersen. Door een stabieler ecosysteem in de kas, dat wil zeggen een robuuster systeem van natuurlijke vijanden in de verschillende glastuinbouwgewassen, zal de inzet van chemische middelen kunnen worden verminderd. Daarnaast kan door dit robuustere systeem, de teeltzekerheid worden vergroot, hetgeen de productie en kwaliteit van het geteelde product ten goede komt.
Het doel is stabielere ecosystemen in kassen te ontwikkelen, waardoor de bestrijdings- c.q. beheersingscapaciteit voor bladluis wordt vergroot. Het project is ingedeeld in een viertal werkpakketten:
Kennis uit dit onderzoek moet breed inzetbaar zijn voor de gehele glastuinbouw. Zowel sierteelt als glasgroenteteelten ondervinden veel hinder van luis.
Het onderzoek heeft twee nieuwe kandidaten voor de biologische bestrijding van bladluis opgeleverd. Dit zijn het driehoekkapoentje, Scymnus interruptus en het bont gaasvliegje, Micromus variegatus. Bij preventieve inzet kunnen beide soorten nieuwe bladluishaarden onderdrukken. De gaasvlieg M. variegatus bleek in komkommer een goede kandidaat te zijn voor het lokaliseren van nieuwe bladluishaarden en in roos was de bestrijding van aardappeltopluis het meest succesvol met de sluipwespen Praon volucre en Aphelinus abdominalis.
Projectnummer | P20002 |
---|---|
Startdatum | 01-01-20 |
Einddatum | 31-12-23 |
Afgerond | Ja |
Document | |
Innovatieprogramma | HND in Plantgezondheid |