“Wens is telers die zelf hun KijK-onderzoeksvoorstel presenteren”

“Kijkend naar onderzoek in de glastuinbouw is het goed te constateren dat praktijk en theorie dichter bij elkaar zijn gekomen. Ik ben dan ook blij met de komst van Kennis in je Kas”, zegt Kees van Veen, directeur van tomatenbedrijf AgroCare en lid van de Programmaraad van KijK. “Maar de inbreng en betrokkenheid van telers moet nog wel verder verbeteren.”

Ja, hij was en is kritisch over het functioneren van Kennis in je Kas, maar dat heeft een reden. “Onderzoek is van essentieel belang voor de glastuinbouw, met name het gewasoverstijgende onderzoek voor de langere termijn. Ik vind dat veel ondernemers te ver afstaan van onderzoek en de besluitvorming over projecten. Dat is de reden dat ik er bij de start van KijK zelf in ben gestapt. En dat is de reden dat ik de nadruk blijf leggen op de inbreng van ondernemers, met name voor het aandragen van onderzoeksvoorstellen vanuit de praktijk.”

Verbeterpunten
Als lid van de programmaraad van Kennis in je Kas constateert Kees van Veen dat veel mensen wat te zeggen hebben over onderzoek. “Maar allemaal een beetje en te weinig door ondernemers. Dat ligt deels aan de gekozen structuur en deels aan de telers zelf. Bedrijven betalen 350 euro per hectare, dan wil je daar toch nauw bij betrokken zijn? En niet alleen wachten op de resultaten, die bij meerjarig, gewasoverstijgend onderzoek ook langer op zich laten wachten.”
Zelf geeft hij het voorbeeld. “Ik zit in de begeleidingscommissie van het project ‘Veilig en effectief AR glas reinigen’. Daaruit concludeer ik dat ook onderzoeksinstellingen wat kunnen verbeteren in hun wekwijze aan communicatie. Als ik een vraag stel, dan wil ik daar een helder antwoord op krijgen en niet tien vragen terug. De werelden van onderzoekers en telers liggen nog te ver uit elkaar. Ook daar zit een verbeterpunt.”

Beoordelingstraject
Input van ondernemers, daar is het hem om te doen. “Wat wil je onderzoeken, dat is de input die telers moeten geven. Nu nog wordt te veel nieuw onderzoek aangedragen door onderzoekers. Dat is soms begrijpelijk, maar mag zeker niet de overhand hebben. Ik zie het ook als een taak van de programmaraad om nadrukkelijker input bij de achterban op te halen. Ik merk dat Kennis in je Kas steeds meer gaat leven onder telers, dat moeten we verder uitbouwen.”
Kijkend naar de besluitvorming erkent Kees van Veen de belangrijke taak van de ondernemersgroepen in het traject voor de programmaraad voorstellen beoordeelt. “Het is soms wel een beetje omslachtig, mede door de diversiteit in ondernemersgroepen. Soms bestaat een groep uit twintig telers, soms slechts uit twee. Mede op de aanbevelingen van deze ondernemersgroep gaat de programmaraad de ene keer wel en de andere keer niet mee met een advies. Ik zou dat traject het liefste wat korter hebben, bijvoorbeeld ondernemers die hun onderzoeksvraagstuk zelf presenteren aan de programmaraad. Ik ben wel benieuwd naar die presentaties.”

Bondig verslag
Afsluitend stelt Kees van Veen sowieso blij te zijn met de komst van Kennis in je Kas. “Het is goed en belangrijk dat KijK er is en dat praktijk en theorie dichter bij elkaar komen. Daarnaast moeten we meer en beter communiceren over de resultaten van de onderzoeksprojecten. Dat begint al bij de rapportages van de onderzoekers. Ik wil graag een bondig verslag: was het onderzoek nuttig of niet, wat ging er goed en wat kon er beter. Dat is ook de informatie die telers willen hebben. Een helder verslag vergemakkelijkt de communicatie naar de achterban.”

In de bijlagen de interviews met de andere leden van de programmaraad van Kennis in je Kas.

Meer nieuws