Succesvolle biologische bestrijding van Turkse Mot in pilot Tomaat telen zonder zwavel

In de pilot Tomaat telen zonder zwavel worden twee bestrijdingsstrategieën (met en zonder Macrolophus) in onbelichte tomatenkassen gedemonstreerd. De teelt is gestart in week 4 en loopt nu, in week 43, langzamerhand op zijn eind. Een van de doelen van de pilot was het beoordelen van de werking van Trichogramma sluipwespen voor de bestrijding van de Turkse mot. De rupsen van de Turkse mot veroorzaken schade aan de bladeren, maar ook aan de trossen. De meeste rupsenmiddelen moeten worden opgenomen door vraat aan de planten.

Trichogramma’s zijn kleine sluipwespen die de eitjes van motten bestrijden. Dit kunnen ze op twee manieren doen. De eerste manier is door gastheervoeding, waarbij het eitje wordt aangeprikt en leeggezogen. De tweede manier is door een sluipwespeneitje in het mottenei te leggen. Het eitje van Trichogramma ontwikkelt zich tot een larve die het mottenei van binnenuit leegeet. Hierdoor is er geen vraatschade aan de plant. Uiteindelijk komt er een nieuwe Trichogramma sluipwesp uit het geparasiteerde mottenei.

Combinatie Macrolophus en Trichogramma biedt kansen
Om de Trichogramma optimaal tot zijn recht te laten komen is ervoor gekozen om te werken met één kas zonder Macrolophus en één kas met de combinatie Trichogramma en Macrolophus. In beide kassen is hetzelfde mixproduct ingezet van twee soorten Trichogramma sluipwespen; de Tricholine TA+TB mix. Er is gekozen voor de Bioline dispensers, waarbij gedurende meerdere weken Trichogramma’s in het gewas vrijkomen. Door met dispensers te werken kan het hoogst mogelijke uitkomstpercentage worden bereikt, wat de betrouwbaarheid van de inzet verhoogt. De dispensers zijn een gepatenteerd product van Bioline, dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor de toepassing in de maisteelt. Het robuuste systeem biedt in de kas extra bescherming tegen predatie door roofwantsen.

Maar liefst vijf introducties Turkse Mot
Er is in de proefkas geen spontane invlieg van Turkse mot geweest, mede doordat er gaas in de ramen zit. Om het biologische plaagbeheersing systeem goed te kunnen testen zijn tot vijf maal toe introducties geweest van de Turkse mot, uit de kweek van Vertify. Het in de kas geïnstalleerde  Pats-C systeem heeft de activiteit gedurende de dagen na de inzet goed kunnen monitoren. Vervolgens is er in het gewas gescout naar rupsen. Bij de laatste introductie half september is ervoor gekozen om te werken met een zeer hoog aantal motten, ruim zesmaal meer dan bij de eerdere inzetten. Bij alle vijf introducties hebben de rupsen zich niet kunnen ontwikkelen. Ook zijn er naast de standaardinzet van de biologie geen aanvullende corrigerende maatregelen nodig geweest.  Wel moet de kanttekening worden gemaakt dat de roofwants Macrolophus zich ook in de kas waar deze niet is geïntroduceerd heeft weten te vestigen. Om de impact van Macrolophus te verlagen zijn voor de laatste introductie van de Turkse motten de koppen uit de plant gehaald en afgevoerd. Hierdoor is een deel van de roofwantsen uit de kas verwijderd. Uit de praktijk weten we dat alleen Macrolophus vaak onvoldoende is om rupsen volledig de baas te kunnen zijn. De combinatie van Macrolophus en Trichogramma biedt kansen en laat ook onder zeer hoge plaagdruk goede resultaten zien.

Financiering van deze pilot
Dit project wordt uitgevoerd door Vertify, locatie Demokwekerij Zwethlaan, in het kader van Kas als Ecosysteem. Het wordt gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK). Het is voor de helft gefinancierd door de gewascoöperatie Tomaat. En mede mogelijk gemaakt door in-kind bijdragen van Biobest, Bioline en Pats. Zij verzorgen de introducties van de biologische bestrijders, monitoringsuren en verslaglegging. De proef is gevolgd en begeleid door telers.

 

Meer nieuws