Nieuwe inzichten in biologische plaagbestrijding bij tomaat

De resultaten van de demonstratiepilot ‘Tomaat zonder zwavel’ zijn nu beschikbaar. Deze pilot, uitgevoerd binnen het project Kas als Ecosysteem, onderzocht de effectiviteit van biologische bestrijdingsstrategieën tegen plagen zoals tomatenroestmijt en Turkse mot. Het volledige rapport is beschikbaar voor tomatentelers en andere geïnteresseerden.
In 2024 werd in twee experimentele kassen van Vertify een demonstratieteelt uitgevoerd met cocktailtomaten van de cultivar Annico Cove. Doel was het testen van verschillende strategieën voor biologische gewasbescherming. Belangrijke onderdelen van de proef waren:
- Roofmijt Pronematus ubiquitus tegen tomatenroestmijt (Aculops lycopersici)
- Macrolophus pygmaeus als brede plaagbestrijder tegen o.a. wittevlieg en bladluis
- Trichogramma achaeae en Trichogramma brassicae tegen Turkse mot
- PATS-C camerasysteem voor vroege detectie van vliegende motten
De demonstratie werd uitgevoerd in twee kassen: één met en één zonder Macrolophus.
Biologie had duidelijk invloed op plaagdruk
De pilot leverde waardevolle inzichten op over de werking van biologische bestrijdingsstrategieën in de tomatenteelt. De inzet van roofmijten, roofwantsen en sluipwespen had een duidelijke invloed op de plaagdruk en liet zien welke methoden het meest effectief waren. Dit waren de belangrijkste resultaten:
- Effectiviteit van Macrolophus
Macrolophus bleek zeer effectief in de bestrijding van wittevlieg, bladluis en spintmijt. De populatie groeide snel: in mei werd meer dan één roofwants per blad waargenomen, oplopend tot twee per blad in juli. De kas met Macrolophus had aanzienlijk minder luizen- en spinthaarden dan de kas zonder deze roofwants. - Pronematus en tomatenroestmijt
Deze roofmijt vestigde zich snel na introductie, maar de populatie werd beïnvloed door bespuitingen tegen meeldauw. Ondanks deze verstoring kon Pronematus de besmetting van tomatenroestmijt onder controle houden, met schade die pas in de laatste weken van de teelt zichtbaar werd. - Trichogramma en Turkse mot
Om de effectiviteit van de sluipwespen te testen, werd de Turkse mot bewust geïntroduceerd in de kas. Slechts enkele rupsen werden waargenomen, zonder zichtbare schade aan het gewas. Dit bevestigt dat de combinatie Macrolophus + Trichogramma potentie heeft voor geïntegreerde plaagbestrijding. - Vroege detectie met PATS-C
Het PATS-C camerasysteem bood waardevolle inzichten in de aanwezigheid en activiteit van motten. Dit systeem kan telers helpen om plaagdruk tijdig te signaleren en bestrijdingsstrategieën beter af te stemmen.
Conclusies
De resultaten van deze demonstratie bevestigen dat biologische bestrijdingsstrategieën een belangrijke rol kunnen spelen in de tomatenteelt. Hoewel sommige methoden nog verdere optimalisatie vereisen, tonen de uitkomsten aan dat een geïntegreerde aanpak plagen effectief kan beheersen. De belangrijkste conclusies:
- Macrolophus is een krachtige, brede plaagbestrijder en verlaagt de populatie van wittevlieg, bladluis en spint aanzienlijk.
- Pronematus kan tomatenroestmijt effectief beheersen, mits de teeltomstandigheden gunstig zijn.
- Trichogramma sluipwespen kunnen rupsenpopulaties onder controle houden, vooral in combinatie met Macrolophus.
- PATS-C detectiesysteem helpt bij vroege signalering van motten, waardoor gerichte ingrepen mogelijk zijn.
Volledig biologische bestrijding zonder chemische ingrepen blijft een uitdaging, vooral bij meeldauw, waar correctiebespuitingen nodig waren. De resultaten uit deze pilot bieden echter belangrijke handvatten voor de toekomst van geïntegreerde gewasbescherming.
Deze demonstratiepilot is voor 50% gefinancierd door het praktijkprogramma Plantgezondheid en stichting Kennis in je Kas (KijK), en voor de andere 50% door de Gewascoöperatie Tomaat. Daarnaast leverden de betrokken partijen (Biobest, Bioline en Pats) een inkind bijdrage door biologische bestrijders te introduceren, monitoring uit te voeren en verslaglegging te verzorgen. Vertify was verantwoordelijk voor de teelt.